
Door ideeën los te laten en de stilte van Caylus te gebruiken heb ik tijd gehad om stil te staan bij mijn werkmethodes en de rol van tekenen en performen in mijn werk.
Tijdens deze residentie werd ik mij heel bewust welke rol ik in mijn performance en als kunstenaar in een gemeenschap wil innemen en welke voorwaarden daarvoor nodig zijn. Ik wil integreren in het geheel, maar wel mezelf blijven, niet opdringerig of entertainend zijn. Door te tekenen kan ik met respect en aandacht situaties vastleggen en observeren zonder oordeel. Vanuit deze observaties ontstaan ideeën om de situatie tijdelijk te veranderen. Via het tekenen creëren ik een heldere rol voor mezelf in een
bestaand gezelschap. Eerst van een afstandje observeren en tekenen om vertrouwen en grip op de situatie te krijgen. Vervolgens langzaam steeds dichterbij tekenen en een onderdeel worden van het geheel. Al tekenend ontstaat er contact met de mensen en heb ik persoonlijke dialogen. Waarbij de keuze voor uitwisseling niet vanuit mij komt maar vanuit de ander, het publiek, ik nodig alleen uit.
Het maken van een tekening kan een performatieve handeling zijn, een bewust gebruik van je lichaam tijdens het tekenen. Dit is echter nog geen performance voor publiek. Ik merk al snel dat mijn bewegingsonderzoek van “Ascend/descend” en “ the ground collapsed long ago”, waarbij ik subtiele interne bewegingen en ervaringen van mijn lichaam en de herinnering van beweging en een plaats gebruik voor het tekenen, niet geschikt vindt voor een performance met publiek. Deze bewegingen
en de subtiele verandering in energie zijn namelijk niet visueel zichtbaar, behalve in het spoor van grafiet, het resultaat van de tekening. Daarnaast zou het tekenen voor publiek het subtiele intrinsieke bewegingsonderzoek verstoren. Mijn focus zou dan niet alleen meer bij de herinnering kunnen zijn maar ook bij de tegenwoordige tijd en de aanwezigheid van mijn lichaam ten opzichte van het papier. Deze serie tekeningen moeten in de stilte van het atelier gemaakt worden, alleen ik, mijn lichaam, het grafietstaaf, het papier en de herinnering van de beweging of plaats.
Het “Pétanque” project daarentegen is zeer geschikt als performance. Het vindt in de tegenwoordige tijd plaats en de aanwezigheid van publiek
versterkt de tekenacties.
Ik kijk terug op een waardevolle residentie waarin ik het gebruik van openbare ruimte in tekenen zowel in introvert tekenbewegingen als in extroverte en interactieve tekeninterventies heb onderzocht.